Ben je er thuis ook echt voor je kindje?

Ben je er thuis ook echt voor je kindje? Gisteren deelde ik natuurlijk met jullie dat mijn zoontje 4,5e dag opvang heeft. Twee dagen is hij gewoon thuis in zijn vertrouwde omgeving, want dan komt oma lekker naar ons. De andere dagen gaat hij naar de opvang. Vanmiddag is onze vrije middag. Dan is het tijd om samen te spelen, te zingen, dansen boodschapjes te doen en noem maar op. Ik probeer mijn mobiel dan zoveel mogelijk links te laten liggen.

Focus

Want tussen thuis zijn en thúís zijn, zit wat dat betreft ook een verschil. Ondernemende moeders geven vaak aan dat de flexibiliteit fijn is. Dat het heerlijk is om thuis te kunnen werken. Maar hoe gefocust ben je dan? Werk je inderdaad alleen tijdens de slaapjes en in de avond of pak je je smartphone of tablet er te pas en te onpas bij? Vind je het heerlijk dat je kindje zo goed alleen kan spelen (zodat jij nog wat kan werken) of maak je echt tijd voor hem of haar vrij.

Ik merk bij mezelf echt een verschil. Ja, ik heb veel opvang. Dat zal ik echt niet tegenspreken, maar de momenten die we nu samen hebben, hebben we ook echt samen. Het begint ’s ochtends al. Ik heb er namelijk voor gekozen om de opvang pas om 08.30 te laten starten. En eerlijk is eerlijk: meestal ben ik er pas een kwartiertje later. Die haast stress op de vroege ochtend is voor niemand leuk. Dus worden zoonlief en ik relaxt wakker rond een uurtje of zeven.

Wakker worden

Negen van de tien keer wordt hij vrolijk wakker en begint te brabbelen of zelfs al een beetje zingen (hihi, haha – van ‘zag twee beren broodjes smeren’). Dan zorg ik dat ik de papfles maak. Iets warmer dan normaal, zodat ik tijd heb om de slaapkleertjes te wisselen voor een nieuwe outfit. Schone luier aan en we zijn klaar voor de dag. Als papa nog thuis is, dan krijgt zoonlief de fles op bed en spelen we daar nog eventjes. De één let op, terwijl de ander zich dan kan aankleden en zo.

Sta ik er alleen voor, omdat papa al weg is, dan geef ik ‘m de fles in zijn bedje. Vliegensvlug spring ik dan in mijn kleren, zodat hij niet te lang alleen zit. Dit is nog niet ideaal, maar met de gebroken nachten is iedere extra minuut slaap een zege. Maar als we weer wat uitgerust zijn, wil ik graag mijn wekker wat eerder zetten, zodat ik helemaal klaar ben en alle aandacht voor hem heb.

Met aandacht

Als het flesje op is, dan is het tijd om naar beneden te gaan. Heeft meneertje nog honger, dan volgt er nog een boterhammetje. Hij mag zelf de stukjes pakken. Ja, dat duurt langer dan hem stukjes geven, maar hier leert hij zoveel meer van. Geen honger, dan spelen we nog wat en pak ik de spulletjes voor de opvang. Vanochtend kwam hij zelfs al met zijn jas aan kruipen. Hij had er duidelijk zin in (dat bleek ook wel op de opvang, want eenmaal op de grond hing hij er als een hazenwind vandoor). Tijdens het korte autoritje zing ik een liedje en als het weer goed is, dan kijken we nog even naar de diertjes van de opvang.

Als ik ‘m vanmiddag weer haal, dan gaan we vaak nog eventjes langs bij opa op de bouw. Spelen we nog een beetje in de kamer. Bijvoorbeeld met het autootje. En is hij zo moe dat de oogjes bijna dichtvallen in de auto, dan gaat-ie meteen zijn bedje in. Ja, dan pak ik mijn laptop of telefoon er wel even bij, maar daarna is echt tijd voor ons. Bij goed weer gaat hij de wagen in en gaan we samen een wandelingetje maken door het centrum. Is het minder, dan spelen we gewoon in huis. De box is dan een no go-zone. Dit is onze tijd.

In de gaten houden

Tijd om met mijn mobiel te pielen is er dan ook niet. Meneertje is zo ontzettend snel, dat ik ‘m wel in de gaten moet houden. We kijken naar auto’s buiten en als ik weet dat mijn lief er aan komt, dan zorg ik dat we klaar staan. Niks zo mooi namelijk dan dat smoeltje te zien als hij zijn papa ziet aan komen rijden (geldt ook voor mij als ik op maandag of dinsdag thuis kom en hij met oma al klaar staat). Hij hupt op en neer op mijn arm en zwaait er lustig op los. Soms zelfs met twee armpjes. Loopt papa naar binnen, dan kruipt hij er snel naar toe.

Vaak heeft ons zoontje dan al gegeten. Als we zelf nog niets klaar hebben staan, dan trekken we zijn jasje aan en gaan we nog even naar de supermarkt. Hij kan nu namelijk in het winkelwagentje zitten en vindt dat ook geweldig. Met zijn tweeën is dat het makkelijkste; dan kan één hem op de arm nemen en de ander draagt uiteindelijk de boodschappen naar huis. We wonen in het centrum, dus het is onzin om er de auto voor te pakken. Na de boodschapjes mag hij dan weer zelf spelen, zodat wij kunnen koken en eten. Vaak laten we ‘m gewoon buiten de box, maar als hij het te bont maakt (denk: steeds maar weer aan de televisie pakken met zijn handjes) dan laten we ‘m toch maar even daarin spelen.

Naar bed

Rond half acht is het dan tijd om naar bed te gaan. Een ritueel wat we zoveel mogelijk met zijn tweetjes doen, maar waarbij papa het meeste doet. Zo hebben ze namelijk ook samen hun moment. Nee, ik kijk er echt niet meer van op dat ze dan allebei een broek op hun hoofd hebben of staan te dansen in de kamer. Aan het schaterlachen te horen hebben ze het beide naar hun zin. Moe, maar voldaan valt onze kleine man vervolgens meteen in slaap. En wij: wij pakken de smartphone erbij om te checken of we nog iets gemist hebben. Weet je: dat is meestal veel minder dan dat je in eerste instantie denkt.

En die laptop? Die blijft in mijn geval uit. Werken doe ik op kantoor. ’s Avonds hebben we de avond voor ons tweeën. Met die veranderende rol die je hebt – van partners naar ouders – is het al lastig genoeg om aandacht voor elkaar te houden.

Foto Shutterstock: mama en zoontje. (In overleg: https://www.shutterstock.com/nl/download/confirm/581026852?src=tVhcMjL6K6bL6cOLIIu6sg-1-17&size=huge_jpg – Stock Photo ID: 581026852)

Twijfel jij over je kinderwens?

maart 7, 2018 /