Moeders die geen moeder meer willen zijn
Moeders die geen moeder willen zijn… Zijn die er? Er wordt mij toch altijd gezegd dat ik er ‘absoluut geen spijt’ van ga krijgen als ik gewoon in het diepe spring. Maar er zijn ook moeders die soms geen moeder meer willen zijn. Eén van mijn vaste lezeressen deelt haar verhaal. Dat vind ik echt dapper. Dank daarvoor.
“Ik zit eigenlijk met van alles een beetje. Na 2,5 jaar proberen, net voor de dokter ons door ging sturen naar het ziekenhuis kwamen we er achter dat ik zwanger was. Lichamelijk gezien verliep de zwangerschap geweldig; precies volgens het boekje. Geen klachten van mijn reuma, geen heupproblemen, niks. Alleen met enige regelmaat harde buiken door stress. Het probleem van mijn zwangerschap zat hem in mijn hoofd; ik werd gezegend met zowel een pre-natale als een post-natale depressie. Hoewel ik al vaste klant was op de dagbehandeling van de PAAZ, werden deze volledig over het hoofd gezien. Ik slikte mijn hele zwangerschap al medicijnen en mocht voor de rest eigenlijk niet klagen, vond mijn behandelaar.
Toen mijn zoontje werd geboren moest hij afkicken van mijn medicatie. De kraamtranen kwamen al snel toen ik dat kleine hummeltje zag huilen en trillen, want dat was mijn schuld. Wat heb ik mij eenzaam gevoeld in die ziekenhuiskamer. Thuis aangekomen na drie dagen in het ziekenhuis kwam de kraamhulp en een handje vol kraamvisite. De roze wolk? Die bleef weg. Ik verzorgde hem, ik had hem op mijn borst liggen en gaf hem op tijd zijn fles maar daar bleef het een beetje bij. Het hele “dit is van mij en dit moet ik beschermen” gevoel was er niet. Tegen hem praten? Kon ik niet. Zingen? Ook niet. Voorlezen? Zelfde probleem.
Uiteindelijk was hij acht maanden toen een arts van het consultatiebureau aan de bel trok. Dit kon niet langer. Diezelfde middag zat jeugdzorg in mijn woonkamer en inmiddels zijn we 2 jaar verder en heb ik vele ambulante hulpverleners over de vloer gehad en nog steeds. De volgende staat ook alweer te trappelen; na de fysio krijgt hij nu ook een logopedist. Mijn zoontje heeft namelijk een achterstand in de motoriek opgelopen (inmiddels ingehaald) en een flinke achterstand in zijn spraak. Er gaat geen dag voorbij dat ik me daar niet schuldig over voel. Want als mijn hoofd normaal was geweest, als ik geen reuma had gehad, dan was hij net als iedere andere kleuter. Dan hoefde al die hulpverlening niet en dan kon ik genieten van het moeder zijn.
Maar de harde waarheid is dat dit niet zo is. Mede hierdoor heb ik mijn wens om een groot gezin te willen al lang overboord gezet. Maar inmiddels hebben we zelfs besloten dat ons zoontje enigst kind blijft, ondanks dat ik altijd heb geroepen dat ik dat absoluut niet wil. Ik wil het ons gezin, maar ook een eventueel nieuw kindje, niet aandoen om nog een keer door zo’n periode te moeten.
Sterker nog; de gedachte waarom ben ik ooit aan kinderen begonnen is mij niet eens zo heel vreemd meer. De vele hulpverleners zeggen het niet met zoveel woorden maar het komt er wel op neer. De achterstand van mijn zoontje komt mede door mijn onkunde om simpele dingen als voorlezen te doen. Ook ben ik te chaotisch en vergeetachtig om een consequente lijn te houden in dingen waardoor hij bijvoorbeeld leert om zindelijk te worden, te praten enzovoorts. Overigens zijn er ook mensen die dit wel keihard in mijn gezicht gezegd hebben, wat het niet minder pijnlijk maakt.
Inmiddels leer ik iedere dag weer nieuwe dingen. Ik kan inmiddels voorlezen. Zingen dat doe ik nog steeds niet, met hem spelen kost me heel veel energie. Een dagje met hem naar de kinderboerderij is voor mij al een hele overwinning, maar wel een die ik heb behaald. Ik heb hele gesprekken met hem en we doen dingen ook echt samen. Maar de momenten dat ik totaal niet weet wat ik moet doen, dat ik in paniek raak of mezelf compleet voor hem afsluit zijn er nog steeds. Die zullen er altijd blijven.
Ik stuur je dit omdat deze kant ook wel eens verteld mag worden. Zodra je moeder wordt, heerst er een taboe op je eigen problemen. Je wordt geacht een modelmama te zijn die haar kids op de fiets naar de peuterspeelzaal brengt, met ze naar de speeltuin gaat en dat allemaal zonder een druppel zweet of teken van vermoeidheid. Ik ben niet zo’n mama. Ik breng mijn zoontje naar de peuterspeelzaal, kom thuis en geniet van de rust. Ik ga slapen als hij er niet is of als hij zijn middagdutje doet en als ik een slechte dag heb, kijken we samen de hele dag tv. Ik vergeet wel eens een stuk fruit te geven en geef hem soms de iPad zodat hij zichzelf kan vermaken. Ik ben geen modelmama, maar ik ben wel mama. Al zou ik dat af en toe ook wel eens niet willen zijn.
Wat ben ik benieuwd naar de reacties. Als ik het er met andere moeders over heb, krijg ik al snel het oordeel dat ik mijn zoontje verwaarloos of niet van hem hou. In tegendeel! Ik zou niet meer zonder hem kunnen en willen. Hij groeit goed, is vrolijk en echt een zonnetje in huis. Ik hou onvoorwaardelijk van mijn kleine grote man. Maar dat wil niet zeggen dat ik er niet mee worstel. Je zal nooit weten of hij die achterstand ook zou hebben gehad als ik wel 100% had kunnen functioneren. Die ‘wat als?’-vraag stel ik mij vaak. Maar het antwoord zal ik nooit weten. Het is zoals het is. En dat mag ook wel eens benoemd worden.”
Twijfel jij over je kinderwens?
- Lees mijn boek De Twijfelmoeder.
- Schrijf je in voor de nieuwsbrief (en krijg als eerste een seintje als de nieuwe interview-serie online gaat).
- In gesprek met een professional over je twijfels? Plan direct een afspraak in of mail voor mogelijkheden in avond / weekend.
- Kom bij de Facebook-groep Twijfel over kinderwens (of ga naar de groep voor mannen).
oktober 26, 2015 /