Houden van een kind dat nog niet af is
Jowi Schmitz beviel van haar zoon Milo toen hij 26 weken en 1 dag was. Ze schreef hierover het boek ‘Te vroeg geboren. Dagboek over mijn zoon’. Voor TwijfelMoeder beschrijft ze die heftige periode.
18 mei
‘Zouden er mensen zijn die niet meer naar het ziekenhuis gaan?’ vraagt Edwin onder de douche. ‘Die pas na veertien weken komen kijken of hun kind al af is?’
Ik heb pijn in mijn buik maar wil niet onder het warme water weg. Ik knik. Ik kan het me voorstellen namelijk. Dat je er niet aan begint. Aan houden van een kind dat nog niet af is.
Op 13 mei werd mijn zoon Milo geboren, 26 weken en 1 dag oud, 950 gram.
Dat ik zwanger was geworden, was al een wonder; we hadden een paar jaar geprobeerd, opgegeven en tóen werd ik zwanger. ‘Natuurlijk,’ zei mijn moeder nog, ‘je moet iets eerst opgeven voordat het gebeurt.’ Ik had nauwelijks tijd om die wijsheid te overpeinzen.
Een bevalling met 26 weken en 1 dag, dat is voor je gevoel ongeveer anderhalf uur nadat je weet of het een jongen of een meisje wordt. Dat is vlak na de twintig weken echo, vlak nadat je weet dat er een gezond kindje in je groeit, dat deze zwangerschap doorzet, dat het echt gaat gebeuren. Nu nog niet, maar later. Je mag nog even wennen. En dan dus nu opeens wèl. Ambulance, keizersnee, geen gehuil, beademing.
Laatst zei een vriendin dat ik er rekening mee hield, met vroeggeboorte. Dat ik het had gezegd, toen ik nog met steeds dikker wordende buik rondhuppelde. Ik kon het me niet goed herinneren, maar het kan best, mijn zoon Woek van vier werd met 35 weken geboren. Kinderspel – achteraf gezien. ‘Met vroeggeboorte hield ik vast rekening ja,’ antwoordde ik dus, ‘maar zó vroeg…’
26 weken was heel lang de ondergrens van leven. Kwam je als baby eerder naar buiten dan werd er niets gedaan. Dan stierf je. Nu is die ondergrens 24 weken, maar met 26 weken win je nog steeds de jackpot. De stress jackpot. Die hele kleintjes zijn namelijk nog niet af. Milo had zijn ogen niet eens open, als een pasgeboren poesje – maar dan roder. We wisten niet hoe het met zijn longen ging, of zijn darmen zouden functioneren, hij kreeg vreselijke oogonderzoeken, omdat het verband tussen hersenen en ogen nog weleens zoek wilde raken. En dan heb je dus ogen die in theorie functioneren, maar in de praktijk niet.
Ruim drie maanden ziekenhuis. Eerst de intensive care, daarna de high care. En steeds schreef ik. Elke dag een blogje op mijn website. Schrijven om te overleven. Schrijven als vlot en je daar dan aan vastklampen. Ik denk dat een deel van mij echt geloofde dat als er maar genoeg mensen wisten van het bestaan van Milo, hij ook zou overleven, misschien gelooft dat deel van mij dat nog steeds. Want de overlevingskans was 50%. En van de overlevers had weer de helft ernstige ‘restschade’.
Hoe ga je houden van een kindje dat nog in je buik hoort te zitten? Dat je maximaal twee uur per dag mag vasthouden, dat je nauwelijks kunt zien omdat er zoveel draadjes aan zitten, plus een mondkapje dat zijn hele gezicht bedekt?
Anderhalve maand na Milo’s geboorte schreef ik dit:
28 juni
Want dat besef, dat er dus niet alleen een ongeluk is gebeurd, maar er tegelijkertijd ook een kind ter wereld is gekomen.
Dat Milo dus niet alleen het ongeluk maar ook het geluk was. Is.
Dat Milo is.
Dat besef komt met schokjes binnen.
En nu is er een boek. Een bundeling van mijn dagboek. Teksten die samen het verhaal van Milo zijn gaan vormen. Mijn uitgeefster vroeg het op het moment dat Milo net uit het ziekenhuis was. Hij was nog geen nul. Iedereen moest eindeloos handen wassen en kinderen werden geweerd. Het was schrijven aan een verhaal dat nog niet af is, en dat is het feitelijk nog steeds.
Maar het is nu ook een verhaal van hoop. Want Milo is nu tien maanden en hij lijkt neteen echte, blakende, blije baby. Hij is een echte, blakende, blije baby. Hij krijgt nog elke maand prikken tegen de griep, hij gaat nog regelmatig voor controle naar het ziekenhuis, hij heeft een eigen fysiotherapeut/babyfluisteraar die ons helpt om zijn overstrekken en rusteloosheid te beteugelen. Maar dat is het voordeel van maandenlange onzekerheid: alles wat daarna komt voelt licht. Net als mijn boek. Het begon in totale onzekerheid en het eindigde als het verhaal dat ik had willen lezen toen hij net was geboren.
Twijfel jij over je kinderwens?
- Lees mijn boek De Twijfelmoeder.
- Schrijf je in voor de nieuwsbrief (en krijg als eerste een seintje als de nieuwe interview-serie online gaat).
- In gesprek met een professional over je twijfels? Plan direct een afspraak in of mail voor mogelijkheden in avond / weekend.
- Kom bij de Facebook-groep Twijfel over kinderwens (of ga naar de groep voor mannen).
maart 25, 2014 /